XXX

Vrijdag 15 juli

Het gerucht van Anna’s bekering gaat buiten de gevangenismuren rond en enkele voorname heren vergezellen Van ’t Hof. Zij willen Anna zelf horen spreken. Was zij echt niet bang voor de tijdelijke dood?
'Oh nee,’ verzekert Anna de heren, ‘ik bejubel de dag dat ik zal sterven. Het zal de zaligste dag uit mijn leven zijn.’

Mama en papa verschijnen voor het altaar en knielen, zij draagt de slip van mama's bruidsluier. Een kabbelende zee masseert met lange, soepele uitlopers haar rug.


Ongetwijfeld zal een psycholoog het nodige over de gemoedstoestand van Anna kunnen vertellen. Zie psychologie.