Menig schrijver zou als hij vastzit met schrijven blij zijn met een flard van de goddelijke inspiratie die Anna Katharina ten deel valt (al zou hij ongetwijfeld niet met haar willen ruilen).
Hoewel inspiratie en bevlogenheid wel degelijk een rol spelen, is volhouden en iedere dag werken belangrijker. Zit je vast? Zet je twijfel opzij en begin gewoon. Als je vooraf een schema en aantekeningen hebt gemaakt, of al heel lang over je boek hebt nagedacht, kun je vast wel iets vinden om over te schrijven, ook al heb je nog geen idee hoe je een bepaalde scène in jouw verhaal zult kunnen gebruiken. (Beschrijf, bijvoorbeeld, de sensatie van een wegtrekkende hoofdpijn. De schemertoestand waarin de hoofdpersoon terechtkomt, zul je vast nog wel eens kunnen gebruiken. De wegtrekkende pijn brengt hem in een stemming van lichte opgewondenheid, een soort weldadige roes. Hij is opgetogen bij het vooruitzicht weer fit te zijn, hij doezelt weg en fantasieën borrelen op...)

Als je wél weet hoe je verder moet, schrijf dan door en schaaf later bij. Bijschaven — dat voor mij vaak bestaat uit puzzelen met woorden, broeden op een alternatieve zinsopbouw en het vinden van goede beelden — vind ik persoonlijk leuk, ambachtelijk werk.